De oorspronkelijke tekst is van ©Piet Borghardt, borghardt@hetnet.nl
Deze tekst is voor NZD bewerkt door de webmaster.

 

 

Het levensverhaal van Jan Huising van Meijering en Jantien Zwiers

Generatie 2

 


Jan Huising van Meijering is geboren op 23 mei 1846 te Westenesch gemeente Emmen en overleden op 7 december 1915 te aldaar. Zijn echtgenote is Jantien Zwiers, geboren op 8 september 1843 te Emmen en overleden op 23 augustus 1927 te Coevorden. Jan en Jantien trouwen op 25 juni 1872.


Hun vier kinderen:
1. Aaltje Huising, geboren te Emmen/Westenesch op 28 jul 1873, overleden, 27 jaar oud, te Onstwedde op 17 mei 1901.
2. Harmans Huising, geboren te Emmen/Westenesch op 14 november 1875, overleden, 54 jaar oud, te Emmen op 9 juni 1930.
3. Zwaantje Huising, geboren te Emmen/Westenesch op 20 mei 1879.
4. Geert Huising, geboren te Emmen op 28 januari 1883, overleden 68 jaar oud te Emmen/Nieuw Weerdinge op 27 mei 1951.

 

 

 

Westernesch. Foto: ©Piet Borghardt

 

Westernesch
Westenesch is tegenwoordig een buurtschap behorende bij de plaats Emmen.. Het heeft tegenwoordige nog ongeveer 176 inwoners [1] en is van oorsprong een zelfstandig dorp geweest. Tegenwoordig is het officieel geen afzonderlijke kern meer, maar een buurtschap en een wijk van Emmen. In Westernesch ligt ook nog het hunebed D44, dat ligt op een boerenerf aan de Schietbaanweg. Het is het enige hunebed in Nederland in particulier bezit. Een deel van Westenesch (Emmen) is een beschermd dorpsgezicht. Verder zijn er in de plaats enkele rijksmonumenten.

 

 

Hunebed D44 in Westernesch bij Emmen. Foto: 26 juni 2008, Gouwenaar. Rijksmonument nr. 45370. Bron: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Licentie: Publieke Domein.

 


Opmerking:
Een buitenwijk van het dorp Eibergen in de gemeente Berkelland heeft ook de naam Westenesch. Deze wijk is aangelegd op een oude es aan de westkant van het dorp; ze ligt duidelijk hoger dan het omliggende landschap.


De verspreide Saksische boerderijen staan met de baanderdeuren (de grote deuren waardoor de wagens de deel op kunnen rijden) naar de weg. Her en der een grasveld (een brink) en groepen eikenbomen. Schijnbaar lukraak lopen de wegen tussen de boerderijen door, veelal verbonden door t-splitsingen in een hoek van zo’n 120 graden. Men neemt aan dat de oorzaak gelegen is in het feit dat de boerenwagens een beperkte draaicirkel hebben gehad. Een andere bijkomstige mogelijkheid is, dat je een kudde schapen niet zo makkelijk om een hoek van 90 graden kunt drijven.

 

 

Boerderij Westernesch nr. 87-88. Bron: Rijksmonument nr. 14966. Foto: A.J. van der Wal, juli 1967. Licentie: Creative Commons Attribution-Share Alike 4.0 International licentie.

 


Rond de buurtschap ligt het bouwland, de es en daarachter hebben vroeger de heidevelden gelegen, waar de scheper (schaapherder) de schapen heeft laten grazen. Natuurlijk is er veel veranderd, de meeste boerderijen zijn omgebouwd tot riante woonhuizen, waar de eigenaren op ‘de deel’ zitten en door de glazen ‘baanderdeuren’ naar buiten kijken. Waar nu mooi ingerichte tuinen rond het huis liggen, ligt vroeger een stuk bedrijfsgrond met gras, dat twee keer per jaar met de zeis gemaaid wordt, met rondscharrelende kippen, kalveren en varkens, een drinkpoel voor de beesten, heesters en bomen en hier en daar een strookje goudsbloemen.
Waar zal de boerderij van de Huisings, erve Meijering gelegen hebben? In het jaar 2003 ziet een boek over Westenesch het licht.

 

Op blz. 90 lezen we, dat ca 1850 erve Meijering op nr. 73 heeft gelegen. Nu is het wel zo, dat de huidige nummering niet overeenkomt met die van destijds, maar met behulp van een begeleidende plattegrond is het al gauw duidelijk, nr. 73 is nu Westenescherstraat nr. 56, zie afbeelding hieronder.     

                                                                              
Komende uit Emmen heb je, als je Westenesch binnenrijdt, al vrij snel aan je linkerhand de Brink; rij een klein stukje door en meteen zie je aan de rechterkant drie boerderijen die schuin met de achterkant naar de weg staan. De eerste heeft een moderne ijzeren heg, een kunstwerk, kan niet missen: nr. 56. Het staat ook nog op een rechtopstaande ‘hunebedsteen’. Of deze boerderij er ook al in de 18e en 19e eeuw heeft gestaan, valt te betwijfelen.

 

 


Erve Meijering, Westenesscherstraat 56. Foto: ©Piet Borghardt


Hier groeit Geert op, samen met Aaltje, Harmans en Zwaantje, kinderen van Jan Huising Meijering en Jantien Zwiers. Vader Jan is hier ook geboren en wel op 23 mei 1846.
Zijn vader is dan al 46 jaar en zijn moeder Aaltien Reinders 30 jaar. Zijn toekomstige vrouw Jantien is geboren op 8 september 1843.


De geslachten Zwiers en Steenge
Jantien komt uit Zuidbarge, dochter van Harm Zwiers en Zwaantien Steenge. Het geslacht Zwiers komt oorspronkelijk uit Odoorn. Eind 18e eeuw verhuizen ze naar Zuidbarge. Steenge is een bekende familienaam in Zuidbarge. Het is een van de oudere Zuidbargergeslachten. De oorspronkelijke naam van het erf was Steginge, Zuidbargerstraat 31. In de middeleeuwen is het een leengoed van de bisschop van Utrecht, later eigendom van adellijke heren. De Steenges, uiteraard genoemd naar het erf, ook al zijn ze onderling niet altijd  familie van elkaar, zijn de pachters geweest.

 

 

Het huwelijk van Jan Huising van Meijering en Jantien Zwiers

 

 


Jan Huising van Meijering is geboren op 23 mei 1846 te Westenesch gemeente Emmen en overleden op 7 december 1915 te aldaar. Foto: E. Meyer, Vischmarkt b/d Beurs H 124. ©Piet Borghardt Jantien Zwiers, geboren op 8 september 1843 te Emmen en overleden op 23 augustus 1927 te Coevorden. Foto: W. Steenmeyer, L. Hezelstr. 89, Nijmegen. ©Piet Borghardt. Dit zijn niet de trouwfoto’s, maar het echtpaar Jan en Jantien ongeveer 30 jaar later

 

 

 

Hun huwelijksacte
Vaak lees je bij het beroep van de vrouw ‘zonder’ maar bij Jantien staat aangegeven dat zij landbouwster is. Jan moet in dienst, zo vermeldt de bijlage. Omdat hij niet gemist kan worden op de boerderij, zoekt hij, tegen betaling, een plaatsvervanger. Deze zg. nummerwisseling, wordt door de overheid geregeld.

 

 

Het gezin.
Jan en Jantien gaan zoals algemeen gebruikelijk is in die tijd, wonen  onder hetzelfde dak als de ouders van Jan, erve Meijering.


Ruim een jaar na de trouwerij krijgen zij hun eerste kind, Aaltje. Aaltje trouwt als ze 20 jaar is met Gerrit Boer, van beroep klerk der posterijen. Aaltje is niet oud geworden, slechts 27 jaar. Ook haar man wordt niet oud, hij overlijdt als hij 38 jaar is. Ze laten drie kinderen na. Een van de twee dochtertjes heet Tina. We zien haar op de familiefoto onderaan deze pagina.  Ze groeit op  bij de grootouders van moederskand van Jan en Jantien.


Het tweede kind
Hun tweede kind is een jongetje dat de naam Mans krijgt, officieel Harmans. Hij trouwt met Geessien Thedinga, de oudere zus van ons Pietertje. Mans en Geessien zijn dan jonge dertigers. Mans is molenaar. Na de molenbrand verdient hij zijn brood als commissionair. Hij overlijdt als hij 54 jaar is. In de familie hoor je dat drankmisbruik daartoe heeft bijgedragen. Mans en Geessien hebben samen dochter Tina (Jantina). Ze zal altijd vrijgezel blijven.
De kinderen van Geert en Pietertje, dus haar neven en nichten, hebben een goed contact met haar gehad.

 

De secretaire
Deze kast is een erfstuk uit de familie Huising. Aangeschaft in de eerste helft  van de 19e eeuw ten tijde van het huwelijk van Jan en Fennigje.

 

Het is een Biedermeyer in strakke vormgeving en geërfd door Geert en Aaltien, vervolgens doorgegeven aan Jan en Jantien.

 

Die schenken het aan zoon Mans en zijn vrouw Geessien en die geven het weer na aan hun dochter Tina.

 

Foto: ©Piet Borghardt


De oude kast
“Of ik nog belang had bij een oude kast uit de familie?”, vraagt mijn moeder ergens eind jaren 90 van de vorige eeuw. Haar nicht Tina zou het leuk vinden als het in de familie blijft na haar overlijden.  Het is een mooie eiken kast, maar hij ziet er destijds niet uit. De klep hangt naar beneden, brandsporen op de kap, onderste lade in elkaar getrapt, hang- en sluitwerk voor drievierde deel verdwenen. Van de zuilen is eentje middendoor en de ander vervangen door een stuk bezemsteel. Het meubelstuk heb ik met veel plezier gerestaureerd en  staat al weer vele jaren bij ons te pronken. O ja, niet verder vertellen, maar er zit een geheim laatje in. Jammer, het laatje blijkt leeg te zijn.


Het derde kind
Het derde kind is dochter Zwaantje, we zijn dan in het jaar 1879. Ze trouwt met Pieter Bos, een commies uit Avereest. In de huwelijksacte staat vermeld dat zijn vader molenaar is. Zeer waarschijnlijk heeft dat invloed gehad op het besluit van de familie om het beroep van boer te verwisselen voor molenaar. Zwaantje en haar schoonzus Pietertje hebben een goede band. Ze  wonen in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw, op hun oude dag nadat hun echtgenoten gestorven zijn, een tijdlang samen in Amsterdam.


Het vierde kind
Het vierde kind, in 1883, is dus Geert, onze stamvader. Zijn zussen en broer zijn dan respectievelijk 9, 7 en 3 jaar. In Westenesch is geen school, daarvoor moeten de kinderen naar het naburige Emmen of Noordbarge.
Een gezin van 6 personen? Nee, want de grootouders wonen ook op de boerderij, de ouwe Geert en de ouwe Aaltien. Er zijn heel wat bedsteden nodig. Geert overlijdt in 1874, hij is dan 74 jaar. Oma Aaltien heeft haar kleinkinderen zien opgroeien, ze sterft in 1898, als ze 83 jaar is.


Onderschat de rol van de inwonende grootmoeder (opoe, ootien) niet. Zij is degene die volgens de Drentse boerentraditie ‘de haand op de knippe houdt’. En, dan zijn er nóg twee gezinsleden, Frederik, de ongetrouwde broer van opa Geert, en Johannes, de broer van vader Jan. Frederik woont zijn levenlang op erve Meijering. De verhuizing heeft hij niet meer meegemaakt. Johannes zal pas na de verhuizing trouwen.


Bron: Advertentie Emmer Courant, maart 1886. Een mooie boereninventaris van de gebroeders Jan en Johannes Huizing.

 

De verhuizing
Daar zal men van op hebben gekeken: boer Huising die zijn hele hebben en houden in Westenesch verkoopt om een molenbedrijf in Emmen over te nemen.

 

De buren, de noabers, zullen ongetwijfeld geholpen hebben bij de verhuizing. In gedachten zien we een optocht van paarden  en wagens beladen met huisraad over de Westnesschersteeg naar de Grint (nu Wilhelminastraat) in Emmen gaan.

 

We zouden graag weten wat de reden van de verhuizing precies is geweest. Is Jan het boerenleven zat, wordt Mans liever molenaar dan boer, heeft broer Johannes, de molenaar veel invloed, is er in de graanhandel meer te verdienen? Als er iemand in de familie is die het weet, dan horen we het graag. De verhuizing vindt plaats in het jaar 1886. Dat kunnen we afleiden uit het feit dat in maart 1886  in de Emmer Courant de hiernaast geplaatste advertentie verschijnt.

 

 

 

Molenaar
Molenaar ben je niet zomaar. We kunnen aannemen dat vader Jan en zonen Mans en Geert veel geleerd hebben van Johannes, die ook het beroep van molenaar uitoefent.


Mijn oom Piet vertelt, dat een van de buren in Emmen slager Alex Meyboom is geweest, een Joodse familie. Op vrijdagavond gaat moeder Jantien er als noaberdienst de sjabbatlamp, natuurlijk een olielamp, ontsteken.
Herinneringen aan Jan en zijn vrouw Jantien zijn er niet zoveel. Mijn moeder Alide heeft wel eens horen zeggen dat hij een warm en hartelijk mens is geweest, die er moeite mee heeft gehad om zijn kinderen iets te verbieden. Haar nicht Tina, dochter van Mans en Geesien,  beaamt dit.  En, zegt ze,  de familie is makkelijk: Van Huising kun je altijd wel een paard lenen, wie geld nodig heeft, kan er ook terecht en de mooie koets staat te verkommeren op de deel omdat hij niet goed onderhouden wordt, aldus Tina. Het is oppassen met dit soort overleveringen, het gaat van mond tot mond en ieder geeft er zijn draai aan, laat dingen weg  of voegt toe zodat de persoon als een caricatuur in de geschiedenis wordt neergezet. Aan de andere kant is het ook jammer om dit soort overleveringen ongenoemd te laten, het verdwijnt onherroepelijk in de vergetelheid.


De molenaar Johannes
Schuin tegenover woont Jans’ broer Johannes, Johannes Huizing, de molenaar. Dat is dus een oom van Mans en Geert en een oudoom van de kinderen van Geert en Pietertje. Oom Piet vertelt dat ze hem oompie noemen. Oompie heeft drie zonen en drie dochters. Volledige informatie ontbreekt, maar zoon Klaas krijgt een gedeelte van het huis om  een slagerij te beginnen. Voor twee dochters bouwt hij een dubbel winkelpand ernaast. Een dochter is getrouwd met Frans Tabois, die een boekhandel begint en  een andere huwt Arie Klein, die zich als grutter vestigt.


Anecdote
Nog een anecdote van Oom Piet die het van zijn vader heeft gehoord. De dochters van Johannes willen hun vader, die ook wel van een geintje houdt, een poets bakken. Ze laten dunne stroop in zijn klompen lopen. Oompie merkt het, vertrekt geen spier, doet zijn klompen weer uit en zegt: “O, ik ben nog wat vergeten en sjouwt het hele huis door”.


Over hun achternaam
We moeten even stil staan bij de achternaam. Twee broers, Jan Huising en Johannes Huizing, de een met een s, de ander met een z. We mogen aannemen dat in een van de beide gevallen de ambtenaar van de Burgerlijke Stand een foutje heeft gemaakt bij de geboorteaangifte. Wie de goede naam heeft, daar kibbelen de families al meer dan 100 jaar over en dat moet maar zo blijven.

 

Brand

Brand!!! Emmer Courant, 21 augustus 1900


Na twee dagen van drukkende  hitte barst maandagmorgen omstreeks negen uur boven ons dorp een hevig onweder los ...


Er is geen redden aan, want een molen is zeer brandbaar. Gelukkig voor de familie is de molen goed verzekerd.

   

Afbraak van de resten van de molen in juni 1913. Let op de mannen die op de gietijzeren bovenas staan.

 

De restanten zijn gekocht door een molenaarsbedrijf in De Mortel (Gemert), helemaal in Noord-Brabant .

 

Zoals we al gelezen hebben in het verhaal over Geert en Pietertje, is de romp bewaard gebleven.
Foto: ©Piet Borghardt

   
De molenstomp die bewaard is gebleven.
Foto: ©Piet Borghardt
   
Het huis aan de Wilhelminastraat na de verbouwing, de molen staat er nog. De  familie staat er vermoedelijk voor. Foto: ©Piet Borghardt

 

Het overlijden van Jan Huising van Meijering

Jan overlijdt in 1915 als hij 69 jaar is. Er wordt  door de notaris een memorie van successie opgemaakt. Volgens de wet moeten namelijk erfgenamen belasting  betalen over de nalatenschap. Inderdaad, in die tijd ook al. Het geeft ons enig inzicht in de financiël stand van zaken van de familie.


Memorie van Successie.
Geen makkelijke stof om te lezen en te begrijpen. Er is een transcriptie van de acte gemaakt en door een vriend die in de Rechtsspraak zit, heeft het gecorrigeerd en toegelicht.


Transcriptie
Memorie van Aangifte voor de berekening van het recht van successie, verschuldigd over de nalatenschap van Jan Huising, in leven molenaar, wonende te Emmen en aldaar overleden den 7 December 1915.


De ondergeteekenden:


1. Hermans Huising, commissionair, wonende te Emmen, 
2. Pieter Bos, rijksambtenaar, wonende te Beuningen, als in algeheele gemeenschap van goederen gehuwd met Zwaantje Huising,
3. De heer Mr Johannes Albertus ten Holte, advocaat- procureur, wonende te Dalen als curator in het faillissement van Geert Huising, molenaar te Nieuw-Weerdinge, gemeente Emmen, 1)
4. Jan Boer, landbouwer, wonende te Smilde, als voogd van de minderjarige Jantje en Jantina Boer erfgenamen 2) uit het huwelijk van de echtelieden Gerrit Boer en Aaltje Huising
5.Arend Boer Gzoon, kantoorbediende, wonende te Emmen, allen ten dezen domicilie kiezende 3) ten kantore van notaris Oosting te Emmen                      

Verklaren  dat op den 7e December 1915 te Emmen, alwaar hij zijn laatste woonplaats had, is overleden Jan Huising, in leven molenaar, wonende te Emmen:  dat hij tot zijne erfgenamen krachtens versterf 4) Heeft nagelaten zijn kinderen: Hermans, Zwaantje en Geert Huising voornoemd, ieder voor het 1/4 gedeelte en zijne kleinkinderen Arend, Jantje en Jantina Boer , voornoemd, samen voor het ¼ gedeelte, dat de erflater bij testament verleden voor notaris Oosting te Emmen den eersten April 1904, aan zijn echtgenoote Jantje Zwiers, heeft gelegateerd het levenslange vruchtgebruik zijner nalatenschap; dat gemelde kinderen  en kleinkinderen allen eenige en universele erfgenamen zijn;  dat zijne nalatenschap bestaat uit de helft in onroerende goederen, kadastraal bekend in de gemeente Emmen sectie D, nummers 1848,7200, 798, 3783, 7307, 7319, 7130, 7617, sectie F, nummers 1866,1720, 30, 1717, 3053, 3122, 1913, Sectie C  nummer 2912, als bouwland, hooiland, weiland, huis, schuur en erf, molen, bosch en heide, samen groot 13,65, 29 H.A. behalve een oostelijk gedeelte, groot ongeveer 18 aren 40 centiaren, voor die heeft geschat op  fl. 11.000
dat het actief der nalatenschap bedraagt fl  11.800  5) 
dat het passief bedraagt                            -     8.000  6) 
Zuiver saldo alzoo                                      -      3.800  7)


Ten slotte verklaaren de aangevers, dat de erflater geene zaken voor derden in bewaring had, geene schenking, opstand, overdracht of kwijtschelding deed, die als legaat zou belast worden, dat hij gene goederen als bezwaarde erfgenamen of in vruchtgebruik bezat en dat door zijn overlijden geen vruchtgenot, lijfrente of periodische uitkeering is vervallen of enige opvolging is doorgegaan. Aldus opgemaakt en getekend in de maand Juli 1916.

 

De handtekeningen

 

Vruchtgebruik waard 16% fl 608, Eedbewijs, waarbij inb 2 aangewezen verzonden … , 3 October 1916.
De ontvanger, Boersma.

 

 

De familiefoto
Hieropnder een foto van Jan en Jantien met tussen hen in kleindochter Tina. Staande van links naar rechts: Mans, Zwaantje en Geert. Er wordt niet gelachen, want dat hoort niet in die tijd.              
Moeder Jantien verlaat Emmen een jaar later. Ze gaat inwonen bij dochter Zwaantje en haar man Pieter Bos. Ze wonen in Beuningen, waar Piet bij de douane werkt. Later verhuizen ze naar Coevorden waar Jantien in 1927 overlijdt.

 

Fotograaf: onbekend. Foto: ©Piet Borghardt

 

 

 

Gerelateerde artikelen:
Generatie 1: Het levensverhaal van Geert Huising en Pietertje Thedinga

Generatie 2: Het levensverhaal van Het levensverhaal van Jan Huising van Meijering en Jantien Zwiers (dit artikel)

Generatie 3: Het levensverhaal van Geert Huising van Meijering en Aaltien Reinders
Generatie 4: Het levensverhaal van Jan Huising Meijering en Fennigje Meijering
Generatie 5: Het levensverhaal van Freerk Pauls Oldenhuisinge en Harmtien Houwinge.
Generatie 6: Het levensverhaal van Geert Houwinge en Annigjen Jacobs Huijsinge.

 

 

 

 

Noten, bronnen en referenties:

 

1.CBS. Kerncijfers wijken en buurten 2017.
2. De oorspronkelijke tekst is van ©Piet Borghardt. Deze tekst is voor NZD bewerkt door de webmaster; E-Mail Piet borghardt: borghardt@hetnet.nl.

 

 

 

 

 

 

Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed.
Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen.........

geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 16 maart 2021.
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top